Een Nederlandse elektricien geeft in een interview met de krant aan moeite te hebben met de discipline engels leren. Aanleiding voor het vraaggesprek was de nationale verplichting voor alle stroomtechnici om naast het Nederlands nog een tweede taal te leren. Het grootste gedeelte van alle werknemers koos ervoor om engels leren te kiezen. Een argument hiervoor is dat de gemiddelde elektricien op de basisschool al enkele woorden in deze taal heeft geleerd. Het zou daarom gemakkelijker zijn om de taal onder de knie te krijgen. Een enkele elektricien koos voor Spaans als tweede taal, maar daarop wordt in dit stuk niet verder in gegaan. Ook de Duitse taal bleek niet erg in trek bij de werknemers. Dat kwam voornamelijk doordat Duits als zeer agressief wordt ervaren en niet prettig is om te spreken. Opvallend feit is dat iedere elektricien enorm veel moeite heeft met het leren van een andere taal. De behoefte van werkgevers om hun personeel breder op te leiden komt voort uit het feit dat steeds meer materialen in het engels worden beschreven. Werknemers die engels leren kunnen daardoor sneller schakelen en zo efficiënter werken. Op het moment dat productspecificaties namelijk eerst nog moeten worden vertaald, gaat veel tijd verloren. En tijd is immers geld, zo weet iedere ondernemer.

Engels leren spreken blijkt voor een elektricien makkelijker dan schrijven

De elektricien die als eerste met de opleiding begon gaf aan veel minder problemen te hebben met het spreken dan met het schrijven. Engels leren spreken is helaas een stuk minder belangrijk dan het lezen en schrijven. Juist de elektricien moet deze taal snel kunnen lezen. Het spreken is een stuk minder belangrijk in de wereld van stroom en spanning. Mensen die engels leren lezen kunnen een forse salarisverhoging verwachten. Op deze manier wordt gestimuleerd om de taal zo snel mogelijk eigen te maken. Als werknemers engels leren spreken prefereren boven het lezen, kan ze een boete in de vorm van inhouding van vakantiedagen boven het hoofd komen te hangen.